PADENSTRUCTUUR / PATH STRUCTURE

Frank Bruggeman i.s.m. Peter Zwaal, 28-07-2022

NL

PADENSTRUCTUUR
Met mijn gloednieuwe bosmaaier voor de eerste maal dit jaar de tuin gemaaid. De bedoeling is dat de begroeiing langs de gravelpaden in de Nieuwe Tuin laag gehouden wordt, zodat de formele looproute goed zichtbaar blijft. Vooraleer aan het eigenlijke maaiwerk van deze ongeveer 30 centimeter brede stroken kon worden begonnen, moesten deze stroken ontdaan worden van stenen en puin. De gravelpaden en insluitranden hebben namelijk een bedding van gebroken puin (ook wel puingranulaat of repac genaamd). Omdat deze fundering net wat breder is dan de paden zelf is de kans groot dat het mes van de bosmaaier een stuk puin raakt en daardoor beschadigd raakt. Na het wegharken en wegrapen van de grofste stukken puingranulaat – tezamen zo’n 120 kilo – konden de stroken langs de paden worden gemaaid. Het maaisel bestaat voornamelijk uit uitstaande melde (Atriplex patula) en koolzaad (Brassica napus), planten die vaak braakliggende gronden koloniseren en die in dit geval dus geprofiteerd hebben van het feit dat de Nieuwe Tuin voor circa driekwart op de schop is genomen. Van de grote voorjaarsdroogte lijken de genoemde planten totaal geen last te hebben gehad.

Behalve de stroken langs de gravelpaden zijn ook enkele onverharde olifantenpaadjes gemaaid: één grasachtig paadje dat loopt van de brandtrap naar het gravelpad en een soortgelijk paadje dat van de parkeerplaatsen aan de Jongkindstraat naar het gravelpad voert. Hoewel de neiging bestond ook het hoogopschietende gras langs de parkeerplaatsen aan de Jongkindstraat te maaien is daar van afgezien omdat deze grasstrook sinds 2020 dient als foerageer- en schuilgebied van enkele konijnen. Deze konijnen hebben hun hol ergens in de tuinen van de witte villa’s aan Jongkindstraat en Museumpark. Ze hebben her en der gepoogd ook holen te graven in de Nieuwe Tuin, maar door de uitgevoerde grondverzetwerkzaamheden met zwaar materieel is de bodem zo verhard dat er voor de konijnen vooralsnog geen doorkomen aan is.

EN

PATH STRUCTURE
Mowed the garden for the first time this year with my brand new brushcutter. It is my intention to keep the vegetation along the gravel paths low, so that the formal walking route through the New Garden remains clearly visible. Before actually mowing these approximately 30 centimeter wide strips, they had to be cleared of rubble stones and concrete debris. The gravel paths and curbs have a foundation of crushed concrete and rubble stones (a coarse mixture called repac). Because this foundation is slightly wider than the paths themselves, there is a good chance that the brushcutter’s blade will hit a piece of concrete or stone and be damaged as a result. After raking and collecting the coarsest pieces of stone and concrete – together about 120 kilos – the strips along the gravel paths were mowed. The clippings mainly consist of spear saltbush (Atriplex patula) and rapeseed (Brassica napus), plants that often colonize fallow land and which have benefited from the fact that the New Garden has been overhauled for about three quarters. Saltbush and rapeseed seem not to have suffered at all from the great spring drought that hit the Netherlands.

In addition to the strips along the formal gravel paths, some unpaved elephant paths have also been mowed: one grassy path that runs from the fire escape to the gravel path and a similar path that leads from the parking lots on the Jongkindstraat to the gravel path. I resisted the urge to mow the high-growing grass along the parking lots on the Jongkindstraat as well. This grass strip is since 2020 serving as a foraging and hiding area for several rabbits, that have their burrow somewhere in the gardens of the white villas on the Jongkindstraat and Museumpark. The rabbits have also tried to dig holes in the New Garden, but due to all the earthmoving work carried out by heavy machinery, the top layer of the soil has become so hard and dense that, for the time being, there is no way for them to dig through.