PADENONDERHOUD / PATH MAINTENANCE

31-01-2024 | ZOOP observaties voor het Nieuwe Instituut door Frank Bruggeman i.s.m. Peter Zwaal

NL

PADENONDERHOUD

 

Vroeger was de winter, normaal gesproken, een seizoen waarin door tuinlieden weinig werk kon worden verzet. Maar in het nieuwe normaal is de winter ten dele een verlengde herfst en ten dele een vervroegd voorjaar. Doordat vorst aan of in de grond steeds zeldzamer wordt, zijn allerlei winterse tuinklussen mogelijk geworden die voorheen in voor- of najaar werden uitgevoerd. Padenonderhoud bijvoorbeeld. Het onkruidvrij maken van halfverharde paden met behulp van een schoffel en hark gaat het best als de ondergrond niet bevroren en redelijk vochtig is. De zachte en natte winters van de laatste jaren zorgen wat dat betreft voor ideale omstandigheden.

Ook de gravelpaden van de Nieuwe Tuin zijn de afgelopen maand op milieuverantwoorde wijze onkruidvrij gemaakt. Dat onkruid groeide begrijpelijkerwijs vooral aan de padranden, omdat die gedeelten nu eenmaal het minst intensief belopen worden. Wat bij het schoffelen opviel was dat waar de gravelpaden enigszins schuin liepen, en er dus sprake was een hoge en lage padkant, vooral die lage kant last had van onkruidgroei. Verder viel op dat het onkruid aan de lage padkanten vooral bestond uit mossen. Nu duidt mosgroei in de regel op een matige of slechte afwatering. De gravelpaden van de Nieuwe Tuin hebben een ondergrondse bedding van puingranulaat (repac) en zijn bovendien voorzien van natuurstenen opsluitbanden. Daardoor ontstaan in natte perioden vooral aan de lage padkanten vochtophopingen in de ondergrond die mosgroei bevorderen.

Natuurlijk is padenonderhoud een esthetische keuze. Want hoe ontsierend is mos- en onkruidgroei nou werkelijk? Is het bovendien niet veel passender, gezien het wilde karakter van de Nieuwe Tuin, om die natuurstenen opsluitbanden gewoon te laten overwoekeren? Dat ik toch gekozen heb voor het onkruidvrij maken van de gravelpaden is omdat juist verwildering midden in de gebouwde omgeving, vraagt om een vorm van markering of omlijsting. Onkruidvrije paden en zichtbare opsluitbanden geven een signaal af aan bezoekers dat de Nieuwe Tuin geenszins verwaarloosd wordt, hoe wild en spontaan de begroeiing ook oogt. Het klinkt paradoxaal maar een verzorgd pad zegt: alle wildernis die U hier aantreft is gewild.

 

 

EN

PATH MAINTENANCE

 

Winter in the Netherlands, normally, was a season when little gardening work could be done. But due to climate change a normal Dutch winter nowadays feels partly like an extended autumn and partly like an early spring. Because frost on or in the ground is becoming increasingly rare, new winter garden jobs have presented themselves, jobs that were previously carried out in autumn or spring. Path maintenance, for example. Clearing gravel paths from weeds, using a hoe and rake, works best if the top soil is not frozen and reasonably moist. The mild and wet winters of recent years provide ideal conditions for this job.

Last month all the gravel walkways of the New Garden have been cleared of weeds in an environmentally responsible manner. Those weeds mainly grew on the parts less walked on, which are of course the edges. While weeding I noticed that where the paths had a higher and a lower side, the lower side clearly had more weed growth than the higher side. I also noticed that weed growth on the lower path sides mainly consisted of mosses. Moss generally indicates moderate or poor drainage. As it happens, the gravel paths of the New Garden have a foundation layer of concrete rubble granulate (repac) and are bordered by granite curbs. This causes an accumulation of moisture in the subsoil during wet periods, especially on the lower path sides, which in turn stimulates moss growth.

Of course, path maintenance is an aesthetic choice. Because how unsightly are those mosses and weeds really? And given the wild character of the New Garden, wouldn’t it be much more appropriate to simply let those granite curbs be overgrown? The reason why I chose to weed the gravel walkways is because all forms of wilderness in the built environment require some kind of marking. Weed-free walkways and curbs that are not overgrown send a clear signal to visitors that the New Garden is by no means neglected, no matter how wild and spontaneous the vegetation may look. It sounds paradoxical, but a well-maintained path says: this wilderness is wanted.