BRANDNETELS ROOIEN / WEEDING NETTLES

27-02-2024 | ZOOP observaties voor het Nieuwe Instituut door Frank Bruggeman i.s.m. Peter Zwaal

NL

BRANDNETELS ROOIEN

 

 

Aan brandnetels geen gebrek in stikstofrijk Nederland. Ik heb er dan ook weinig moeite mee deze woekeraars flink terug te dringen. In de oude Nieuwe Tuin (2015-2020) waren er slechts enkele plekken waar de grote brandnetel (Urtica dioica) opschoot. Verspreiding werd vooral tegengegaan door de planten te maaien voordat ze gingen bloeien en in het zaad kwamen. Sinds de heraanleg van de Nieuwe Tuin`(2021) groeien er brandnetels op veel meer plekken, vermoedelijk doordat wortelfragmenten en zaden verspreid zijn geraakt door grondverzet. Behalve door maaien kunnen brandnetels ook worden bestreden door rooien en uitsteken. De beste tijd om dat te doen is het hele prille voorjaar. Terwijl veel andere planten nog even wachten met uitlopen, zijn brandnetels dan al aan een formidabele groeispurt begonnen. De meterslange bovengrondse uitlopers zijn goed te herkennen aan hun rode kleur. Die rode kleur beschermt de uitlopers tegen een teveel aan UV-licht.

Her en der langs de gravelpaden heb ik vandaag brandnetels gerooid. Dat kost gelukkig weinig inspanning omdat brandnetels vrij oppervlakkig wortelen. Aangezien brandnetels gemakkelijk een hoogte van 1,5 meter kunnen bereiken, zie ik ze liever niet direct langs de paden groeien. Ze ontnemen zo het zicht op de overige begroeiing. Ook wil ik voorkomen dat wandelaars met blote benen per ongeluk met brandnetels in aanraking komen. Op plaatsen die wat verder van de paden verwijderd liggen, ben ik toegeeflijker jegens brandnetels. Vooral omdat de grote brandnetel als waardplant dient voor vlindersoorten als dagpauwoog, kleine vos, atalanta en gehakkelde aurelia. Voor deze vlinders blijven er in de Nieuwe Tuin meer dan genoeg brandnetels over om eitjes op af te zetten. Hete droge zomers zijn een veel groter gevaar voor het voortbestaan van deze vlindersoorten omdat gebleken is dat dan heel veel eitjes niet uitkomen.

 

 

EN

WEEDING NETTLES

 

There surely is no shortage of nettles in the nitrogen-rich Netherlands. I therefore do not object to weeding nettles and curbing their proliferation. In the old New Garden (2015-2020) there were only a few places where the stinging nettle (Urtica dioica) grew. Proliferation was mainly prevented by mowing the plants before they flowered and produced seeds. Since the redevelopment of the New Garden (2021), stinging nettles are remarkably more widespread, probably because earth moving of the top soil has spread root fragments and seeds. In addition to mowing, nettles can also be controlled by uprooting and weeding them. This can best be done in early spring. While many other plants are still abiding their time, stinging nettles have already started a formidable growth spurt. Young creeping above-ground stems are easily recognized by their red color. This color protects the meter-long stems against too much UV light.

Today I have uprooted quite a lot of nettles growing directly along the gravel paths. Fortunately, this required little effort because nettles root quite superficially. Since nettles can easily reach a height of 1,5 meter, I do not like to see them growing directly along the paths. The visitor’s view of other plants will thus be obscured. Futhermore I do not want that bare-legged passers-by will be accidentally stinged. In places further away from the paths, I am more lenient towards nettles. Especially because the stinging nettle serves as a host plant for butterfly species such as the peacock, small tortoiseshell, red admiral and comma. There are more than enough nettles left in the New Garden for these butterflies to lay their eggs. Hot, dry summers pose a much greater threat to the survival of butterfly species because it has been found that many eggs do not hatch under these weather conditions.