SOS: MEEUW BEKNELD / SOS: TRAPPED SEAGULL

06-03-2024 | ZOOP observaties voor het Nieuwe Instituut door Frank Bruggeman i.s.m. Peter Zwaal

NL

SOS: MEEUW BEKNELD

 

Voor de tuin van Huis Sonneveld gelden andere regels dan voor de Nieuwe Tuin. Huis en tuin Sonneveld vormen een Gesamtkunstwerk dat in 2001, bij de restauratie, zoveel mogelijk is teruggebracht naar de visueel-ruimtelijke situatie van 1933. Voor de restauratie van de tuin moest heel wat doorgeschoten groen worden teruggesnoeid of compleet worden verwijderd. Aan het huidige historisch verantwoorde beplantingsbeeld mag eigenlijk niets veranderen. Het is met andere woorden een statische tuin, en daarmee het exacte tegendeel van de Nieuwe Tuin, waar verwildering in hoge mate is toegestaan en waar niet wordt toegewerkt naar een welomschreven eindbeeld. Verder weerspiegelt de tuin van Huis Sonneveld vooral de idee van een tuin als ‘functionalistisch’ verlengstuk van de woning: de buitenkamer die in alle facetten is afgestemd op menselijke gebruikers. De Nieuwe Tuin daarentegen draagt juist de Zoöp-gedachte uit: het is een tuin die uitdrukkelijk ook dienstbaar wil zijn aan niet-menselijke levensvormen, die vaak gedijen bij een zekere rommeligheid, onaangeharktheid en onoverzichtelijkheid.

Dat gezegd hebbende kan overzichtelijkheid soms ook niet-menselijke levensvormen ten goede komen, ja zelfs letterlijk het leven redden. Zo rapporteerden verschillende medewerkers van het Nieuwe Instituut dat ze een meeuw hadden gezien die bekneld was geraakt tussen het gaashekwerk van Huis Sonneveld en de houten schutting van het aangrenzende Parkhotel. Bij een wilde en dichte begroeiing zou die ongelukkige meeuw vast en zeker niet zijn opgemerkt en een stille hongerdood zijn gestorven. Nu kon een reddingsoperatie in gang worden gezet. De meeuw in kwestie bleek een volwassen kleine mantelmeeuw (Larus fuscus). Die soort heeft een vleugelspanwijdte van minstens 1,2 meter, veel te wijd om op te stijgen vanuit een sleuf van hooguit 40 cm breed. Niettemin moet de vogel dat wanhopig hebben geprobeerd. De handwortelbeentjes van beide vleugels vertoonden namelijk bloedsporen. Met een schepnet en twee stokken – om de vogel op te drijven richting schepnet – is het gelukt de meeuw uit de sleuf te bevrijden. Hoe de vogel daar terecht is gekomen blijft een klein raadsel. Ik vermoed dat de meeuw argeloos van het hek naar beneden is gesprongen omdat hij iets eetbaars zag, zich niet realiserend dat er geen terugweg mogelijk was.

Eenmaal bevrijd ging de vogel uitgebreid zijn veren zitten poetsen, wat ik als een goed teken beschouwde. Daarna is de meeuw opgestegen en vermoedelijk vertrokken naar de kolonie op de Maasvlakte, zo’n 30 kilometer van hier.

 

 

EN

SOS: TRAPPED SEAGULL

 

The garden of Sonneveld House applies to a very different set of rules than the New Garden. Sonneveld House and garden form a Gesamtkunstwerk, that was restored in 2001 as much as possible to the visual and spatial situation of 1933. For the restoration of the garden, a lot of trees, shrubs and plants had to be pruned back or removed completely. In its current restored form nothing, in essence, is allowed to change. That makes this a very static garden, and therefore the exact opposite of the New Garden, where nature can takes its course to quite a large extent and where no effort is done to shape the garden towards a well-defined image. Furthermore, the garden of Sonneveld House mainly reflects the ‘functionalist’ idea of a garden as a room outside: a garden that is an extension of the home and as such tailored to human users in all aspects. The New Garden, on the other hand, expresses the Zoöp idea: a garden that explicitly wants to serve non-human life forms as well, entities which often thrive on messiness, untidyness and invisibility.

Having said that, there are situations where non-human entities benefit from being visible as well. It can even be live-saving for them. Today, for example, several employees of the Nieuwe Instituut reported that they had seen a seagull being trapped between the chain wire fence of Sonneveld House and the wooden fence of the adjacent Park Hotel. If the vegetation along those fences would be dense and wild, the trapped seagull would certainly not have been noticed and would consequently have starved there to death. Now a rescue operation could be launched. The bird in question turned out to be an adult lesser black-backed gull (Larus fuscus). That species has a wingspan of at least 1.2 meters, much too wide to take off from a slot no more than 40 cm wide. Nevertheless, the seagull must have tried to do so desperately until he started to hurt himself. The metacarpal bones of both wings showed traces of blood. With a landing net and two sticks – to drive the bird towards the net – we managed to free the seagull. How the bird got trapped between both fences remains a mystery. I suspect that it carelessly jumped down from one of the fences because it saw something edible, not realizing that there was no way back.

Once freed, the seagull started to preen its feathers extensively, which I took as a good sign. Later it probably left for the colony on the Maasvlakte, about 30 kilometers from here.