JONGE HEMELBOMEN / YOUNG TREES OF HEAVEN

04-09-2023 | ZOOP observaties voor het Nieuwe Instituut door Frank Bruggeman i.s.m. Peter Zwaal

NL

JONGE HEMELBOMEN

 

Het aanzien van de Nieuwe Tuin wordt sinds jaar en dag mede bepaald door twee hemelbomen. Ze zijn bijna net zo oud (30 jaar) als het gebouw van het Nieuwe Instituut. Voor de bouw van wat toen nog het Nederlands Architectuurinstituut heette moesten verschillende bomen worden gerooid. Om de omgeving na oplevering van het gebouw in 1993 snel weer een groene kruin te bezorgen werden er twee hemelbomen geplant. De hemelboom (Ailanthus altissima) is namelijk een razendsnelle groeier die in een paar jaar tijd gemakkelijk 10 meter hoog kan worden en vervolgens in een wat trager tempo een hoogte van wel 25 meter kan bereiken. Aanvankelijk keken de twee hemelbomen uit op een strakgroen gazon maar sinds de aanleg van de Nieuwe Tuin (2015) is de onderbegroeiing aanzienlijk gevarieerder en ruiger geworden. De hemelboom is een tweehuizige soort, wat betekent dat er mannelijke en vrouwelijke exemplaren zijn. Als bomen van beider geslacht in elkaars nabijheid staan, kan er bestuiving optreden door insecten. Vrouwelijke bomen zetten dan vrucht waardoor de soort zich uitzaait. En omdat hemelbomen veel zaad produceren, kunnen ze ook veel zaailingen voortbrengen. Maar ook via wortelopslag kan een moederboom tot op grote afstand uitlopers vormen met wortelknoppen waaruit nieuwe bomen ontstaan. Sinds 2019 staat de hemelboom op de Unielijst van invasieve exoten en zijn EU-lidstaten verplicht de aanwezige populaties in kaart te brengen en in toom te houden. Nieuwe aanplant is uit den boze. De twee hemelbomen in de Nieuwe Tuin staan op de verspreidingskaart die in opdracht van de gemeente Rotterdam is gemaakt. Het betreft vrouwelijke bomen met steriele meeldraden. Dat betekent dat deze bomen zich alleen kunnen vermeerderen via wortelopslag. Tot 2015 was dat geen enkel probleem. Omdat het gazon zeer regelmatig werd gemaaid, werden automatisch ook alle loten uit wortelopslag een kopje kleiner gemaakt. Sinds de komst van de Nieuwe Tuin vormen deze loten echter wel degelijk een probleem, zij het een probleem dat redelijk beheersbaar is. Vandaag telde ik vijf loten die dit seizoen zo’n groeispurt hebben gemaakt dat ze nu boven de omringende begroeiing uittorenen. Daarmee hebben ze als het ware hun eigen doodvonnis getekend.

 

 

EN

YOUNG TREES OF HEAVEN

 

The New Garden features two trees of heaven that have roughly the same age (30 years) as the building of the Nieuwe Instituut. For the construction of what was then called the Netherlands Architecture Institute several large trees had to be felled. To quickly restore the green canopy to the area after completion of the building (1993), two trees of heaven were planted. The tree of heaven (Ailanthus altissima) is a very fast grower that can easily reach a height of 10 meters within a few years and can then grow up to 25 meters at a somewhat slower pace. Initially, these two trees looked out on a sleek green lawn, but since this lawn gave way to the New Garden (2015), the undergrowth has become considerably more varied and rugged.

 

 

The tree of heaven is a dioecious species, meaning that there are male and female trees. If trees of both sexes are close to each other, pollination by insects can occur. Female trees then set fruit, causing the species to spread. And because trees of heaven produce a lot of seeds, they can also produce a lot of seedlings. A mother tree can however also form sprouts from root buds over great distances. Since 2019, the tree of heaven has been on the Union list of invasive exotic species and EU member states are obliged to locate, destroy or control the populations present. New plantings are not allowed. The two trees of heaven in the New Garden are marked on a distribution map of the municipality of Rotterdam. Both are female trees with sterile stamens. This means that they can only reproduce through root sprouts. Until 2015 that was not a problem. Because the lawn was mowed very regularly, all sprouts were automatically destroyed. However, since the arrival of the New Garden, these sprouts have indeed become a problem, albeit a problem that is reasonably manageable. Today I counted five shoots that have grown so considerably this season that they are now towering above the surrounding vegetation. In doing so, they have, as it were, signed their own death warrant.