DODE DIEREN / DEAD ANIMALS

Frank Bruggeman i.s.m. Peter Zwaal, 05-10-2022

NL

DODE DIEREN: BRUINE RAT
Voor steeds meer diersoorten is de stad een aantrekkelijker leefomgeving dan het platteland. We doen er goed aan de stad te beschouwen als een dynamische verzameling van ecologische niches waar opportunistische soorten vaak verrassend goed kunnen gedijen, dat wil zeggen: foerageren, schuilen tegen gevaar en zorgen voor nageslacht. Maar als soorten ergens prima gedijen betekent dat meestal ook dat er op aanzienlijke schaal gestorven wordt. Hoge concentraties van een soort trekt meestal roofdieren aan. En in het geval dat roofdieren afwezig blijven zorgen overbevolking en voedselschaarste wel voor een natuurlijke aantalsregulering. Uiteraard heeft de stad ook zo zijn eigen specifieke gevaren, waar wilde dieren niet altijd op bedacht zijn (gemotoriseerd verkeer, honden en katten).

Hoe dan ook: er sterven heel wat dieren in de stad maar het gekke is dat je dat nauwelijks merkt. Pas als je er oog voor hebt begin je het te zien: de platgereden vogels en ratten, de door katten en honden vermoorde beesten en de uitgeteerde lijkjes van door honger en nooddruft omgekomen dieren. Meestal ruimt de natuur die lijkjes in een verbazingwekkend snel tempo weer op.

Op 29 augustus vond ik midden in de Nieuwe Tuin een dode bruine rat (Rattus norvegicus). Ogenschijnlijk was het beest in goede conditie vlak voordat het de geest gaf. Ik zag geen beetsporen van een kat of klauwsporen van een roofvogel. Rattengif zal vermoedelijk ook niet de doodsoorzaak zijn geweest. Vorige maand had ik namelijk in de tuin een gesprekje met een gemeentelijke rattenvanger, die bezig was een uitgezette rattenval te controleren. Hij vertelde mij dat de gemeente Rotterdam sinds 2015 bij de rattenbestrijding geen gif meer gebruikt om “doorvergiftiging” van meeuwen, roofvogels en andere dieren die dode ratten opeten, te voorkomen. De door de gemeente uitgezette rattenvallen bevatten een inwendige klem die de dieren direct dood. Waaraan de bruine rat in de Nieuwe Tuin gestorven is blijft dus een groot raadsel. Ik heb het lijk gewoon laten liggen, wetende dat het snel zou zijn opgeruimd en dat waarschijnlijk geen bezoeker er last van zou hebben.

Vandaag, zeven dagen later, was het lijk zo goed als vergaan en heb ik het droge karkasje ondergespit.

WATERHOEN

Bij één dood dier is het vandaag niet gebleven. In de kleinste van de twee vijvers van het Nieuwe Instituut dreef het lijkje van een jong waterhoen (Gallinula chloropus) van een dag of tien. Met mijn spa kon ik het uit het water vissen. Een week eerder zag en hoorde ik nog zes of zeven exemplaren in de dichte oevervegetatie van de vijver en zag ik ook hun vader en moeder. Mogelijk betreft het hier een tweede legsel en heeft het ouderpaar eerst elders in Rotterdam een nest uitgebroed. Leuk dat het waterhoen weer terug is in de vijvers van hHet Nieuwe Instituut. Ik herinner me nog de waterhoentjes van vroeger, die af en toe brutaalweg via de openstaande terrasdeuren een kijkje in het cafe kwamen nemen op zoek naar voedsel.

EN

DEAD ANIMALS: BROWN RAT
For an increasing number of animal species, the urban landscape is a more attractive habitat than the countryside. We would do well to think of the city as a dynamic collection of ecological niches where opportunistic species can thrive surprisingly well. Cities provide food, shelter and all kinds of breeding and nesting places. But if a species thrives somewhere, this usually also means that it dies there on quite a significant scale. High concentrations of certain species usually attracts predators. If those predators remain absent, overpopulation and food scarcity will ensure a natural check on numbers. And of course the urban landscape has its own specific dangers, which wild animals are not always aware of (motorcars and other means of transport, dogs and cats).

Anyway: a lot of animals die in the city, but the remarkable thing is that people hardly notice this. Only when you have an eye for it, you do start to see them: the run over birds and rats, the animals killed by cats and dogs and the emaciated corpses of animals that have died of hunger and need. Nature usually cleans up those corpses at an astonishingly fast pace.

On August 29 I found a dead brown rat (Rattus norvegicus) in the middle of the New Garden. Apparently it had been in good shape just before it met death. I saw no bite marks from a cat or claw marks from a bird of prey. Rat poison was also an unlikely cause of death. As it happened, one month ago I had a chat with the municipal rat catcher, who was checking a set out rat trap in the garden. He told me that since 2015, Rotterdam has stopped using rat poison in order to prevent “secondary poisoning” of gulls, birds of prey and other animals that feast on dead rats. The rat traps set out by the municipality contain an internal clamp that kills the visiting animals immediately. So the cause of dead of this specific rat remains a mystery to me. Anyway, I just left the corpse where I had found it, knowing it would be cleaned up quickly and probably wouldn’t bother any visitor.

Today, seven days later, nothing more than a little dry carcass remains that I have buried in a shallow grave.

MOORHEN CHICK

Today I also came across another corpse. In the smallest of the two ponds of the Nieuwe Instituut floated the dead body of a moorhen chick (Gallinula chloropus) of about ten days old. I managed to pick it up with my spade. One week earlier I had seen and heard six or seven chicks in the dense riparian vegetation of the pond and I had also seen their father and mother. Possibly these chicks are a second clutch of moorhen parents that have already hatched a nest elsewhere in Rotterdam. Nice that the moorhen is back in the ponds of the Nieuwe Instituut. I still remember the cheeky moorhens from the past, who occasionally entered through the terrace doors to see if there was anything to eat inside the cafe.

“dead moorhen chick on spade”