LAATBLOEIERS / LATE BLOOMING WILD FLOWERS

31-10-2022 | ZOOP observaties voor het Nieuwe Instituut door Frank Bruggeman i.s.m. Peter Zwaal

NL

LAATBLOEIERS
Zelden zijn de laatste zeven dagen van oktober zo zonnig en warm geweest als dit jaar. De hoogste gemiddelde dagtemperatuur gemeten in Rotterdam bedroeg de afgelopen week 17,9 °C. In de nachten zakte de thermometer gemiddeld niet onder de 10 °C. De hele maand oktober telde in Rotterdam ruim 140 zonuren en de gemiddelde maandtemperatuur kwam uit op 13,8 °C, bijna drie graden boven wat normaal is. Dat mooie weer heeft zijn weerslag gehad op het plantenleven in de Nieuwe Tuin.

Bij mijn rondgang door de tuin zag ik vandaag verschillende eenjarigen die normaal gesproken in deze tijd van het jaar al lang zijn uitgebloeid, zoals klaproos (Papaver rhoeas) en korenbloem (Centaurea cyanus). Omdat ik deze eenjarigen in de voorbije zomer niet (korenbloem) of nauwelijks (klaproos) in de tuin was tegen gekomen, was het verheugend ze nu wél te zien.

Bij de aanleg van de Nieuwe Tuin, in 2015, heeft ecologisch hovenier Hans Engelbrecht zo’n honderd verschillende soorten ingezaaid. Bij de heraanleg van de Nieuwe Tuin, in het kader van de reconstructie van het Museumpark, is behoorlijk wat grond verzet. Hoewel met de aannemer was afgesproken dat de grondbalans niet mocht worden verstoord – en er dus geen grond van buiten de tuin is aangevoerd – is de toplaag waarin de zaden zich bevinden in grote delen van de tuin wel vermengd geraakt met dieper gelegen grondfracties. Ook hebben de zware machines waarmee de werkzaamheden werden uitgevoerd geleid tot een zekere verharding van het grondpakket. Of de vervolgens door Hans Engelbrecht opnieuw ingezaaide bedden langs de paden van de Nieuwe Tuin tot bloei zouden komen moest dus maar worden afgewacht.

Kort gezegd kwam het erop neer dat het voor mij deze zomer een groot raadsel was welke bloeiende eenjarigen waar precies zouden opkomen. Helaas hebben het droge voorjaar en de daarop volgende nog drogere zomer er voor gezorgd dat veel eenjarigen helemaal niet opkwamen of dat ze verdroogden eer ze konden gaan bloeien.

Dat sommige eenjarigen helemaal aan het eind van het seizoen toch nog kans gezien hebben om tot bloei te komen is dus zonder meer een mooie opsteker. Ik heb goede hoop dat we volgend jaar wat meer eenjarige zomerbloeiers zullen terugzien, al zal uiteraard wederom veel afhangen van het weer.

Overigens zag ik vandaag ook een eenjarige exoot die nooit door Hans Engelbrecht is ingezaaid en die zich kennelijk geheel op eigen kracht in de Nieuwe Tuin heeft gevestigd. Het betreft de cosmea (Cosmos bipinnatus), een plant van Noord-Amerikaanse herkomst die de laatste jaren in Nederland flink oprukt. Dat komt doordat de zaden van cosmea in heel wat bloemrijke akkerrandmengsels zitten en ook in veel bijen- en vlindermengsels die mensen in hun tuin strooien.  

EN

LATE BLOOMING WILD FLOWERS
Rarely have the last seven days of October been as sunny and warm as this year. The highest average daytime temperature measured in Rotterdam was 17.9 °C. Night temperature did not drop below 10 °C on average. The entire month of October had more than 140 hours of sunshine and the average monthly temperature in Rotterdam was 13.8 °C, almost three degrees above what is normal.

The beautiful weather has had an impact on plant life in the New Garden. Walking around the garden today, I saw several annual plants that would normally have long finished flowering around this time of year, such as poppy (Papaver rhoeas) and cornflower (Centaurea cyanus). Since I had spotted these wild flowers barely (poppy) or not at all (cornflower) last summer, it was a great surprise to see them this late in the season. At the time of its construction, in 2015, ecological gardener Hans Engelbrecht sowed about a hundred different species of annual plants in the New Garden.

During the reconstruction in 2021 and 2022, as part of the redesign of the Museum Park, quite a lot of the New Garden was disturbed. Although the contractor had agreed not to bring in earth from outside, the garden’s topsoil with its organic matter and seed deposits became mixed with deeper soil fractions in large parts of the New Garden. The heavy machinery with which the work was carried out also led to a certain soil compaction.

The parts of the New Garden that were subsequently sown again by Hans Engelbrecht were not in the best of shape. Therefore it was a great mystery to me which flowering annuals would come up and where. Unfortunately, low rainfall in spring and even lower rainfall in summer, caused many annual plants not to emerge, and those who did often withered before flowering. That several annual plants have managed to flower beyond their normal season, is a small but delightful present. It certainly raises my expectations for next summer. Hopefully we will see some more annual flowering plants in the New Garden, although a lot will of course again depend on the weather.

Incidentally, today I discovered an exotic annual plant that surely has never been sown by Hans Engelbrecht, but has established itself spontaneously in the New Garden. It is garden cosmos (Cosmos bipinnatus), a plant of North American origin that in recent years has been on the rise in the Netherlands as a wild species. That is because seeds of this plant are included in many “wildflower” mixtures for agricultural field margins, as well as in mixtures for honey bee and butterfly gardens.