NATUUR ALS GEMEENGOED – 1
Location: Design Museum Den Bosch, Den Bosch, the Netherlands
Date: May – July, 2014
Nature as a common good is part of the three-year Reinventing Happiness project.
This art project is initiated by the Design Museum Den Bosch and curator Joanna van der Zanden.
2014 is the first year of the project and will take place in the museum itself.
Over the next two years, we will look for forms of presentation and collaboration that take place – outside the museum – in the city itself.
Website Reinventing Happiness: click here
NL
VENSTERBANKGELUK OF NIEUWE WILDERNIS?
Steeds minder nieuwe woningen zijn voorzien van traditionele vensterbanken. Tegelijkertijd hebben steeds meer nieuwe woningen een ‘vensterbank in de volle grond’: een piepklein voortuintje dat kan worden aangekleed met wat planten en attributen. Zeggen traditionele en nieuwe vensterbanken iets over het geluk van de bewoners en welke natuurwaarden dragen deze vensterbanken uit? Het Nederlandse landschap is extreem verstedelijkt. Misschien zijn we daarom wel zo gefascineerd door ongerepte natuur. Dat de nieuwe wildernis soms spontaan oprukt tot aan onze stadsgrenzen is voor natuurliefhebbers en planologen een onverwacht cadeau.Maar wat moeten we doen om de nieuwe wildernis ook de stad in te lokken? Of willen we dat eigenlijk helemaal niet? Natuur in de stad beïnvloedt onze gezondheid en ons welbevinden. Onderzoek wijst uit dat mensen die in groene wijken wonen significant gelukkiger zijn dan mensen die in een ‘stenige’ omgeving wonen. Patiënten die bomen zien door het raam van hun ziekenhuiskamer herstellen sneller. Natuur maakt mensen minder impulsief en meer gericht op duurzame en langetermijnoplossingen. Maar niet alle soorten natuur dragen in gelijke mate bij aan ons welbevinden. Langs experimentele weg en samen met inwoners en museumbezoekers wil Frank Bruggeman nagaan waar zich in ’s-Hertogenbosch de ‘greenspots’ bevinden die mensen echt gelukkig maken. |
EN
WINDOW SILL HAPPINESS OR NEW WILDERNESS?
Almost all twentieth century Dutch houses and apartments are equiped with window sills. Most new houses and apartments however no longer have window sills. Instead they have one or more large (sliding) windows that look out onto a tiny front garden or balcony that is usually decorated with a few potted plants and ornamental objects. The window sill has been moved outside, so to speak. Do window sills, whether traditional (inside) or new (outside), convey anything about the happiness of the residents? And do they reveal something about the Dutch experience of nature? The Netherlands are an extremely urbanised country. Perhaps that is why so many people are fascinated by all manifestations of wilderness. That this wilderness sometimes spontaneously advances to the city boundaries is an unexpected gift. But what should we do to lure the wilderness into the city? Or do we actually not want that at all? Urban nature influences our health and well-being. Research shows that people who live in green neighbourhoods are significantly happier than people who don’t have any access to green spaces. Patients recover faster when their hospital room looks out onto trees. Nature makes people less impulsive and more focused on sustainable and long-term solutions. But not all manifestations of urban nature contribute equally to our well-being. In an experimental way and together with residents and museum visitors, Frank Bruggeman wants to find out which ‘green spots’ in ‘s-Hertogenbosch make people truly happy. |
Stedelijke natuur die museumbezoekers gelukkig maakt
Tot welke natuur in ‘s-Hertogenbosch voelen museumbezoekers zich het meest aangetrokken? Welke vorm van stedelijke natuur bezorgt hen een zeker geluksgevoel en wat draagt niet of nauwelijks bij aan hun welbevinden? Frank Bruggeman maakte een testopstelling waar museumbezoekers door harder of zachter in een staaf te knijpen hun waardering konden uitdrukken voor een serie Bossche natuurfoto’s. 235 bezoekers van het Stedelijk Museum deden tussen 10 mei en 1 juni 2014 aan de test mee. Hier volgen de uitslagen van het onderzoek. Traditionele natuurgebieden scoren hoog Van de 50 foto’s die aan museumbezoekers werden getoond behaalde een foto genomen in eendenkooi Maaspoort de hoogste score. Op een schaal van 0 tot 100 werd deze foto (nr. 26) door bezoekers gemiddeld gewaardeerd met een score van 71.3. De eendenkooi, grenzend aan het Burgemeester Van Zwietenpark en de Noorderplas, wordt al decennialang beheerd als natuurgebied. Behalve van natuurhistorische betekenis is de eendenkooi ook een cultuurhistorisch monument, al worden er reeds lang geen eenden meer gevangen. Bepaald niet verrassend was dat ook foto’s van het Bossche Broek (nr. 12) en de Maasuiterwaarden (nr. 47) door museumbezoekers hoog werden gewaardeerd. Stenigheid doet sterk afbreuk aan natuurbeleving De laagste gemiddelde score – 32.1 op een schaal van 0 tot 100 – was die voor een foto van enkele voortuintjes in de wijk Groote Wielen. Deze tuintjes bestaan grotendeels uit grind en tegels (nr. 39). Ook de foto van een nogal stenig woonerf in de wijk Maaspoort (nr. 27) kon maar zeer weinig museumbezoekers bekoren. In zijn algemeenheid kan worden gesteld dat pas van enige natuurbeleving sprake is, als het aanwezige ‘groen’ een uitbundig voorkomen heeft en niet al te opzichtig door mensenhanden is ingetoomd of aan banden gelegd. Op foto’s van plantenbakken, tuinen en plantsoenen waar het groen gelegenheid krijgt tot volle wasdom te komen reageerden museumbezoekers duidelijk veel instemmender dan op foto’s van plantenbakken en tuinen die slechts ruimte bieden aan een enkel struikje of een handvol perkplantjes. Wisselende waardering Naast afbeeldingen van stedelijke natuur die duidelijk hoog of duidelijk laag scoorden, bleek er ook een groep afbeeldingen te zijn waarvoor de publiekswaardering zeer uiteenliep. Sommige museumbezoekers knepen bij het zien van deze afbeeldingen hard in de knijpstaaf terwijl andere museumbezoekers de knijpstaaf niet of nauwelijks beroerden. Deze groep afbeeldingen bestond voornamelijk uit foto’s van stedelijke natuur waaraan doorgaans gemakkelijk voorbij gekeken wordt. Het betrof onder andere een foto van muurleeuwenbekje (Cymbalaria muralis) groeiend op de Zuidwal (nr. 28). Kennelijk moet natuur groots en meeslepend zijn en is de aandacht voor het kleine lang niet aan iedereen gegeven. Ook een foto van een met Sedumsoorten begroeid fietsendak op het Leonardo da Vinciplein (nr. 7) riep zeer wisselende reacties op. Wat door een deel van de museumbezoekers gepercipieerd werd als een natuurlijk dak werd door een ander deel genadeloos afgeserveerd als ‘onnatuurlijk’, want duidelijk door mensenhanden gecreëerd. Zo ook de foto van een waterbergingsplantsoen in de wijk Groote Wielen (nr. 40). Sommige museumbezoekers bleken zo’n drassig plantsoen klaarblijkelijk mooi of boeiend te vinden, anderen gruwden er juist van. Fotoshopnatuur In de fotoserie was ook een afbeelding ‘verstopt’ van een rolluik met een decoratieve bloemenprint in de Tolbrugstraat (winkelcentrum Arena). Vooraf was de verwachting uitgesproken dat deze foto (nr. 41) door verreweg de meeste museumbezoekers laag tot zeer laag gewaardeerd zou worden. Duidelijk was immers dat het geen foto van ‘echte natuur’ betrof. Verrassend genoeg belandde de foto van het bloemetjesrolluik echter in de categorie waarvoor een wisselende publiekswaardering bestond. De (voorzichtige) conclusie die daaruit kan worden getrokken is dat ook ‘fotoshopnatuur’ in het stedelijk landschap behoorlijk wat mensen ‘gelukkig’ maakt.
Met dank aan Ed de Jong & Peter Zwaal |